Waarom is het zo ingewikkeld om van gebruikte kleding een nieuw textielproduct te maken?

Alphen aan den Rijn, dinsdag 13 september 2022

Op dinsdag 13 september staat dit in De Volkskrant: “Het Zweedse H&M, dat vorig jaar een omzet boekte van 19 miljard euro, betaalt 500 duizend euro aan onafhankelijke organisaties die de kledingindustrie willen verduurzamen, ter compensatie van de greenwashingvan zijn producten. Ook sportwinkelketen Decathlon kwam in het vizier van de ACM [Autoriteit Consument & Markt, red.] door onder meer het gebruik van de term Ecodesign. De Franse onderneming betaalt 400 duizend euro aan duurzame doelen. Ook zal het de duurzaamheidsclaims op kleding en websites aanpassen. Die claims zijn onduidelijk en niet onderbouwd, aldus de ACM.”

Dit hierboven is een belangrijke reden waarom wij deze landingspagina in het leven hebben geroepen. Heel veel van wat er de afgelopen jaren geclaimd is, kon niet worden waargemaakt. Mensen uit de industrie wisten dat, en het is fantastisch dat de ACM dit nu heeft aangetoond. Het is namelijk ongelofelijk moeilijk om nieuwe kleding te maken van afgedankte kleding. Dat gebeurt vaak niet voor 100%, maar maar voor een deel, en zeker kleding die al door consumenten is gedragen wordt daar vrijwel nooit voor gebruikt. Maar waarom niet?

Om kwalitatief goede kleding te maken heb je sterke garens nodig. En voor sterke garens heb je lange vezels nodig. Neem katoen als voorbeeld. Als katoen nét van de plant komt, zijn de verschillende katoenvezels die samen het bolletje vormen lang. Het wordt verwerkt in een garen, geverfd, en komt uiteindelijk terecht in bijvoorbeeld een t-shirt. Dat t-shirt wordt eindeloos gedragen en gewassen, om uiteindelijk in een zak in de textielbak te belanden. Je kunt je voorstellen dat al die bewegingen slijtage veroorzaakt. Niet alleen doordat er bijvoorbeeld een zichtbaar gat in je t-shirt komt, maar ook door onzichtbare schade aan de vezels. Die vezels komen in de vervezelaar terecht, alles wordt verpulverd, wat betekent dat de bestaande vezels weer in stukjes gehakt worden. Ze worden, met andere woorden, korter dan ze waren.

Een kortere vezel is minder sterk. Als je korte vezels in elkaar gaat draaien om een garen te maken heb je eerder kans dat het garen breekt dan wanneer dat met lange vezels gebeurt. En een garen dat makkelijk breekt, maakt kwalitatief minder goede kledingstukken of kun je überhaupt niet gebruiken om een kledingstuk van te maken. Daar komt nog bij dat niet elk t-shirt van dezelfde kwaliteit garen gemaakt is, even vaak gewassen en gedragen is, en hetzelfde is behandeld. De kwaliteit van de vezels van het ene t-shirt is dus anders dan dat van een willekeurig ander t-shirt.

Er moet dus heel veel onderzoek gedaan worden, veel tests met verschillende materialen en materiaalsamenstellingen, voordat je een garen hebt dat gebruikt kan worden. De lat die wij hebben gelegd, 100% gerecyclede garens van 100% post consumer (textiel gedragen door de consument) vezels, is daarom op dit moment nog vrijwel onmogelijk. We hebben die lat toch zo hoog gelegd, omdat we hopen dat als we daarop mikken, we in elk geval heel dichtbij ons doel uit zullen komen. Als je de lat niet zo hoog legt, maar op een meer veilige hoogte, dan weet je in elk geval zeker dat je er niet overheen zal gaan. Terwijl dat met wat extra onderzoek misschien wel gekund had. Daar gaan we voor.

Zeeman
Alphen aan den Rijn
13 sep 2022
Alle artikelen